Luchtvaartnota 2020-2050
Met de ontwerp-Luchtvaartnota 2020-2050 zet het kabinet de nieuwe koers uit voor de luchtvaart. Vier publieke belangen staan hierin centraal:
- Veilige luchtvaart in de lucht en op de grond;
- Goede verbindingen met de belangrijke bestemmingen in de wereld;
- Verbeteren van de leefomgevingskwaliteit;
- Verminderen van het klimaateffect.
Het kabinet wil dat de luchtvaart klaar is voor de toekomst. Binnen heldere kaders kan de luchtvaart zich blijven ontwikkelen. Hierbij past ook een duidelijke regierol voor de Rijksoverheid en transparante participatie waarin alle belangen worden meegenomen.
Het plan-milieueffectrapport Luchtvaartnota
In het plan-milieueffectrapport worden effecten op de leefomgeving in brede zin in beeld gebracht. Daarnaast presenteert het milieueffectrapport ook een samenvattend overzicht van de verwachte economische effecten van het voorgenomen beleid. In het plan-milieueffectrapport zijn vier alternatieven beoordeeld op de effecten. De alternatieven vormen samen de hoekpunten van het maatschappelijk debat. Dit zijn:
- Voortbouwen: doortrekken van het huidige beleid;
- Normeren: strenge normen ten aanzien van klimaat en gezondheid vormen het uitgangspunt;
- Concentreren: een optimaal netwerk van verbindingen met Schiphol staat centraal;
- Verdelen: inspelen op kansen voor regionale ontwikkeling en regionale vraag naar luchtvaart.
Passende beoordeling Luchtvaartnota
Op grond van de Wet natuurbescherming is een passende beoordeling van de ontwerp-Luchtvaartnota opgesteld. Hierin wordt de mogelijke verandering van de milieudruk op Natura-2000 gebieden en de risico’s van deze verandering voor de instandhoudingsdoelen in beeld gebracht.
Ingediende zienswijzen
Van vrijdag 29 mei tot en met donderdag 9 juli 2020
zijn 343 zienswijzen ingediend over de ontwerp-Luchtvaartnota, het bijbehorend planmilieueffectrapport en de passende beoordeling. Van de 343 ingediende zienswijzen zijn 157 zienswijzen afkomstig van beroepsmatige participanten en 227 zienswijzen afkomstig van particulieren. De meeste zienswijzen komen uit de provincie Noord-Holland (142), Limburg (119), Zuid-Holland (56), Utrecht (27) en Gelderland (26). Ook zijn vijf zienswijzen afkomstig uit België en Duitsland.
