U kunt geen zienswijze meer indienen over het ontwerptracébesluit en milieueffectrapport. Dit was mogelijk van 16 maart tot en met 26 april 2018.
Op basis van de (ontwerp) Notitie Reikwijdte en Detailniveau en de daarop ontvangen zienswijzen heeft een nadere uitwerking van de varianten voor spooruitbreiding plaatsgevonden. In juni 2014 is het voorkeursalternatief door de staatssecretaris van het toenmalige ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Dit betreft variant ‘V2 Hoog’ voor de Zuidwestboog Meteren en variant ‘V3’ voor de spooruitbreidingen tussen ’s-Hertogenbosch en Vught. Voor Vught is daarna nog een nieuwe variant voor de verdiepte ligging (‘V3 Oost Verkort’) onderzocht. Uiteindelijk is op 17 december 2015 de voorkeur voor variant ‘V3’ bestuurlijk herbevestigd. De rapporten over de variantenafweging zijn als bijlagen bij het milieueffectrapport gevoegd. In het milieueffectrapport zijn de resultaten van de stappen die hebben geleid tot het voorkeursalternatief verwerkt. Het voorkeursalternatief is in het milieueffectrapport verder uitgewerkt en op (milieu)effecten beoordeeld. Het ontwerptracébesluit beschrijft de aanpassingen aan het spoor van het voorkeursalternatief en geeft aan welke maatregelen worden genomen om de gevolgen voor de omgeving te verminderen.
Ingediende zienswijzen
In totaal zijn 588 zienswijzen ingediend op het ontwerptracébesluit en milieueffectrapport Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren-Boxtel. Een deel van die zienswijzen is namens meerdere mensen ingediend. In totaal hebben 986 personen en organisaties hun naam onder één van de zienswijzen gezet. In de nota van antwoord reageert de staatssecretaris op deze zienswijzen. De indieners van de zienswijzen zijn hierover geïnformeerd.